Zoals reeds vermeld in onze nieuwsbrief van 3 april eerder dit jaar heeft de overheid in het zomerakkoord voorzien in de verhuur van onroerende goederen met btw onder bepaalde voorwaarden. De wet is op 25 oktober verschenen in het Belgisch Staatsblad en gaat in vanaf 1 januari 2019. Wij zetten de belangrijkste wijzigingen nog even voor u op een rij.
Optionele verhuur met btw
Bij de verhuur van een gebouw aan een btw-plichtige huurder die het gebouw uitsluitend gebruikt voor zijn beroepsactiviteit, kan men vanaf 1 januari 2019 gezamenlijk overeenkomen om de verhuur te onderwerpen aan de BTW.
De optionele btw-verhuur blijft echter beperkt tot gebouwen die zijn opgericht of grondig gerenoveerd ná 1 oktober 2018. Het is voldoende dat de btw op de oprichtingswerken ook pas na die datum opeisbaar wordt. De voorbereidende handelingen, zoals het tekenen van de bouwplannen of de afbraakwerken worden in dit verband niet beschouwd als oprichtingswerken.
Tegenover deze optionele btw-verhuur staat echter wel een verhoging van de btw-herzieningstermijn voor gebouwen die stijgt van 15 naar 25 jaar. Hoe deze verlenging van de termijn praktisch moet worden toegepast is nog niet volledig duidelijk. Hiervoor moeten we nog wachten op een afzonderlijk koninklijk besluit en administratieve commentaren.
Mogelijks zal ook het btw-tarief op deze huur worden verlaagd tot 6% of 12%. Men sleutelt momenteel nog aan het Koninklijk Besluit dat de btw-tarieven regelt.
Verplichte verhuur met btw
Huurovereenkomsten voor maximaal zes maanden moeten, mits enkele uitzonderingen, onderworpen worden aan de btw vanaf 1 januari 2019. Het gaat hier voornamelijk over kortdurende verhuur van feestzalen en vergaderruimtes.
Een huurovereenkomst met een particulier die het gebouw uitsluitend gebruikt voor privédoeleinden valt niet onder deze nieuwe regelgeving. Dit wil zeggen dat de verhuur van een vakantiewoning ook volledig vrijgesteld blijft van de btw. Hetzelfde geldt voor de verhuur van een gebouw aan een vzw of aan een instelling die vrijgesteld is van de btw.
De verhuurder van bijvoorbeeld een feestzaal, die geen bijkomende diensten verstrekt, kan door deze nieuwe regels soms wel en soms geen btw moeten aanrekenen afhankelijk van de klant.
Verhuur van opslagruimtes
Indien een opslagruimte voor minstens 90% wordt gebruikt voor de opslag van goederen, dan wordt deze op vandaag onderworpen aan de btw. Vanaf 1 januari zal het oppervlaktecriterium dalen van 90% naar 50%. Bovendien mag er ook een beperkte verkoopruimte worden ingericht voor maximum 10% van de oppervlakte.
Voor bestaande magazijnen waarvoor de btw momenteel niet kan worden afgetrokken, omdat het oppervlaktecriterium van 90% niet wordt behaald, kan mogelijks nog een deel van de niet afgetrokken btw worden gerecupereerd. Hoeveel dit zal zijn hangt eveneens af van de praktische uitwerking van de herzieningstermijn zoals hierboven reeds vermeld.